Sinds een week weet ik wie de duivel is. Hij zit in mijn telefoon en hij heet
Strava. Ik heb mijn ziel aan hem verkocht maar ik krijg er niets voor terug.
Door Thijs Zonneveld
Het begon toen ik een appje downloadde, op aandringen van
mijn broertje. Hij omschreef het als 'leuk en onschuldig'. Het principe is
simpel: als je dat appje hebt gedownload kun je je trainingsritjes op de fiets
uitlezen als je thuis bent, en ze vergelijken met anderen. Wie de snelste is op
een bepaald stukje weg krijgt een digitale trofee - een King Of the Mountain
(KOM) - uitgereikt. Het klinkt leuk en onschuldig, inderdaad. Maar schijn
bedriegt. Strava is het begin van alle ellende. Sinds ik Strava heb kan ik niet
meer rustig door de polder peddelen of stoppen om naar de eendjes te kijken. Ik
kan niet langer op mijn allerkleinste versnellinkje tegen een duin aan kruipen
of de tijd nemen om bij ieder pompstation een colaatje te halen. Ik moet dóór,
altijd dóór. En harder. Harder. Nog harder. Ik fiets alsof de Strava op mijn
hielen zit.
Open en bloot
Ieder ritje ziet er hetzelfde uit. Als ik op mijn
fiets stap neem ik mezelf voor om die klote-Strava te laten voor wat het is,
maar vijf kilometer verder rij ik al met hartslag op standje hyperventilatie
in het rond. Sneller moet ik, sneller. Ik lijd, ik smijt, ik snotter en ik hijg.
Ik vloek, ik ros, ik martel en ik kots. Want misschien win ik wel een KOM, of -
erger nog - zien anderen open en bloot op internet dat er deze maand 214 sneller
zijn geweest op het dijkje om de hoek. En als ik niet oppas zit daar wel een
vrouw bij. Emancipatie is prima, maar niet als het aankomt op Strava. No focking
way dat zo'n fietschick sneller is dan ik. Over mijn lijk. Het is geen
verrassing dat er doden vallen door Strava. In Amerika zijn er rechtszaken
gevoerd tegen Strava door de families van verongelukte Strava-verslaafden. Die
zaken zijn op niets uitgelopen. Strava is onaantastbaar. Niemand wint van hem.
Strava heeft zijn klauwen inmiddels in duizenden renners gezet. Van toeristen
tot profs: iedereen bezwijkt. Laurens ten Dam, Marc de Maar, Taylor Phinney,
André Greipel, Marijn de Vries, Ellen van Dijk, Marco Pinotti - er zijn zoveel
slachtoffers. Ze rijden zichzelf en elkaar het snot voor ogen, iedere dag weer.
Angstgegner
Mijn angstgegner is Luca T. - de schuilnaam van Niki Terpstra. Luca
T. bezit de meest prestigieuze KOM bij mij in de buurt: die op het Kopje van
Bloemendaal. Ik heb mezelf binnenstebuiten en achterstevoren gekeerd, bloed en
stukken slijm ophoestend, maar ik kom niet onder de 2:16 van Luca T.. Een
marteling is het, fysiek en mentaal. Mijn aftakeling is zo vergevorderd dat ik
overweeg digitale epo te nemen (je hebt het niet van mij), maar ik ben bang dat
Strava erachter komt.
Gisteren reed ik op de dijk kilometers lang in het zog van
een brommertje. Knetterhard ging het, en ik wist zeker dat ik de KOM ging
pakken. Het voelde als lolly's van een kleuter afpakken, maar dat maakte me geen
zak uit. Als ik Luca T. niet kon verslaan op het Kopje, dan maar ergens anders.
En dan maar oneerlijk. Maar toen ik thuis kwam en mijn record wilde checken
bleek dat al mijn files waren verwijderd door Strava. Ik heb gehuild tot ik in
slaap viel.
Door: NUsport/Thijs Zonneveld
woensdag 21 augustus 2013
Abonneren op:
Posts (Atom)